
Ellen op zoek
“Ellen op zoek” was een format van mij dat werd gepubliceerd in een tijdschrift, waarin ik mensen een podium geef die de wereld een stuk bewuster en mooier maken. Ik ga dit weer opnieuw leven in blazen om mensen te interviewen in de uitvaartbranche.
Want sinds kort werk ik als uitvaartspreker. En wat ik in korte tijd al zie, is dat de wereld van de uitvaart veel bewuster, persoonlijker en menselijker mag worden.
We kunnen anders omgaan met grondstoffen, met rituelen, met afscheid nemen. Minder stijf, minder afstandelijk. Intiemer, persoonlijker. Met ruimte voor zowel een traan als een lach, het leven mag ook gevierd worden! Je hoeft niet alles af te nemen via een uitvaartverzekering. Vraag gerust naar wat er mogelijk is er is vaak veel meer mogelijk en vrijheid dan je denkt.
In deze editie sprak ik met Bob Hendrikx een ontwerper die levende doodskisten ontwikkelt van mycelium. Een innovatief en natuurlijk alternatief dat het afscheid écht terugbrengt naar de aarde.

We leven op het kerkhof van de natuur – Het verhaal van Bob
Op een tropisch warme middag ontmoet Ellen Worm in het Oosterpark van Amsterdam de 26-jarige Bob Hendrikx, uitvinder en bio-designer van beroep. Met zijn bedrijf Loop of Life heeft hij een missie: “Als we blijven bouwen zoals we nu doen, zijn straks alle grondstoffen op en is er geen leven op aarde meer mogelijk. Daarom moeten we op zoek naar nieuwe manieren van bouwen, waarbij de aarde verrijkt, de biodiversiteit vergroot en een bron van nieuw leven gecreëerd wordt.”
Bob Hendrikx kreeg als jongste in een gezin van vier jongens van zijn ouders twee verschillende boodschappen mee. Bobs vader is ondernemer en dat gaf hem de discipline om hard te werken om iets te bereiken. Zijn moeder was fysiek gezien meer aanwezig in zijn leven en zij leerde hem vanuit liefde te geloven in zichzelf en dat je alles kan bereiken wat je wilt door groots te denken. Gekke gedachtes waren volgens zijn moeder juist leuk! Beide visies hebben, gecombineerd met zijn passie voor de levende natuur, Bob gevormd tot wat hij nu is: architect en uitvinder!

Detroit
Bob wilde architect worden, omdat hij op jonge leeftijd al geïnteresseerd was in gebouwen en de constructie ervan. Zo ging hij vroeger in de schoolpauze naar bouwplaatsen toe, om bijvoorbeeld te zien hoe een nieuwe toren geplaatst zou gaan worden. Tijdens zijn studie aan de TU te Delft kocht hij voor duizend euro een huis in het Amerikaanse Detroit. Doel was een oud huis om te bouwen tot een duurzame woning. Waarom wilde Bob dat juist daar graag doen? En hoe verliep dat in een omgeving waar leegloop en armoede centraal staat? Heeft het hem zelf persoonlijke inzichten gegeven en zo ja, welke? Bob: “Het heeft mij heel veel inzicht gegeven in mijn positie. Amerika is een super interessant land, maar zowel op een positieve als een negatieve manier. Eén van de goede dingen is dat Detroit de wereld op wielen heeft gebracht, tegelijkertijd zien we het verval van de stad door juist die vervuilende auto-industrie. Nederlanders hebben een baan, goed te eten, kleding en een auto. Dan kunnen wij als verwende westerlingen wel klimaatverandering hoog op de agenda hebben staan, maar in Detroit zeggen ze doodleuk: ‘Its a luxury to care about climate change.’ Zij hebben heel andere zorgen! Ik was in die periode veel bezig met de installatie van duurzame installaties in huizen, waarbij het motto was: minder slecht. Maar met ‘goed’ hield ik me nog niet bezig. Detroit veranderde dat, omdat er daar heel nadrukkelijk teruggegrepen wordt op de basis van natuur, voeding enstadslandbouw. Dat laatste is in Nederland erg populair, maar in Detroit ontstaan uit noodzaak. De supermarken sloten er immers hun deuren en dan moet je wel zelf je eten gaan verbouwen. Tijdens en na Detroit ben ik veel meer gaan nadenken over hoe we het leven fundamenteel willen en kunnen inrichten.”
Verandering van perspectief
Wat Bob wil bereiken met zijn bedrijf, is dat wij onze kijk op materiaal veranderen. We zien de aarde als een grote supermarkt waar we alles kunnen pakken. We vermoorden de bomen en maken er een tafel van. Dat vind Bob heel parasitair en kortzichtig. Want we degraderen eigenlijk een intelligent organisme met super mooie eigenschappen. Een organisme dat kan groeien, flexibel is, O2 kan opwekken en CO2 kan opnemen. Maar we misbruiken het, simpelweg om een plank te maken. Bob wil dit omdenken door geen parasiet meer te zijn, maar een mutualist (Mutualisme is in de ecologie een interactie tussen twee levensvormen waarbij beide voordeel hebben van die interactie, red.). Geen afval produceren, maar de natuur juist verrijken… Dát is het doel! Bob neem ons bij het verklaren van de achtergronden ervan mee naar het ontstaan van zijn visie tijdens zijn studie: “Ik ben koraal, algen en bijennesten gaan bestuderen om inspiratie te krijgen van hoe de natuur bouwt. Een paddenstoel is ook een constructie, op kleine schaal. Vroeg me af wat een paddenstoel eigenlijk precies deed. Blijken ze de grootste recyclers te zijn van de natuur. Als bijvoorbeeld een konijn sterft of een blad van de boom valt, dan zorgen de paddenstoelen ervoor dat het wordt omgezet in nieuwe voeding voor de rest van het bos. The circle of life! Ik ging nadenken over hoe wij mensen doodgaan en waarom we onszelf dan verbranden… Terwijl we voeding zijn voor de natuur! Vanuit dat perspectief ging ik denken hoe zou het zijn als wij gecomposteerd worden tot nieuwe voeding. En dus tot: een nieuw leven!”
Een levende doodskist
Wat begon als een afstudeerproject, is voor Bob realiteit geworden. In de door hem ontworpen levende doodskist van mycelium, zijn inmiddels zestig mensen begraven. Deze levende doodskist reduceert je binnen veertig dagen tot compost, waardoor je geen afval meer bent voor de aarde, maar in gelijke relatie staat met de natuur. Je wordt zelfs een aanvulling! Mycelium is het ondergrondse schimmelnetwerk van een paddenstoel. De veelzijdige functie van deze fungi is interessant, omdat de worteldraden zorgen voor de vertering van organisch materiaal. Gekweekte mycelium speelt zijn rol in ons ecosysteem, maar kan ook dienen als circulair (bouw)materiaal, textiel en heel zacht leer. Je kan zelfs al een broodje vegan bacon bestellen dat van mycelium is gemaakt! De magie van mycelium lijkt oneindig en kan daarmee de grote belofte zijn waar we op zitten te wachten voor een betere relatie met de natuur! Ook de uitvaartwereld mag een handje geholpen worden bij zijn verduurzaming. Met dit product word je een toevoeging aan en verrijking van de aarde, in tegenstelling tot de gangbare ‘verwerkingsmethodes’ van de uitvaartbranche. Een kist van mycelium neutraliseert het lichaam en maakt dat de bodem weer vruchtbaarder wordt. Je hebt daarmee een positieve in plaats van een negatieve impact. Hierdoor kan er weer nieuw leven ontstaan. Maar hoe komt Bob aan alle materialen voor de levende doodskist? De mensen van Loop of Life kweken in principe alle paddenstoelen zelf en halen alles uit het bos. Ze hebben speciale technieken hoe ze dat kunnen opkweken en kunnen laten groeien. Gegroeide stukken worden in de mal van de doodskist geplaatst, waardoor deze in zeven dagen kan uitdijen tot een volwaardige laatste verblijfplaats. Alle champignons worden vervolgens weer gebruikt voor het productieproces; er is dus geen restmateriaal. Volgens Bob zitten overal schimmels en micro-organismes die het ecosysteem in stand houden. Maar omdat wij op bepaalde plekken in de wereld zo parasitair zijn geweest met gifstoffen, metalen en oliën, is dat helemaal verstoord en is er heel veel slechte grond ontstaan. Bob: “Niet voor niets is mycelium ingezet bij de kernramp van Tsjernobyl om de grond weer vruchtbaar te maken. En tevens gebruiken boeren in Nederland het als bodemverbeteraar, zodat hun voedsel een betere kwaliteit heeft.”

Een trend: greenwashing!
In de zoektocht naar ‘nieuwe wereldinitiatieven’ vraag ik me af wat nu écht duurzaam is en of we soms niet teveel aan het doorslaan zijn. Op papier wordt er veel vooruitgang geboekt, denk aan de elektrische auto. Maar gezien de hoeveelheid grondstoffen die voor elke auto moet worden gewonnen, is er simpelweg geen manier om dit model werkelijk duurzaam te maken. Grote bedrijven, zoals KLM, maken zich ook schuldig aan greenwashing vanuit een marketingstrategie. Ook hier gaat op: Being less bad is not being good. Bob: “We gaan nu langzaam toe naar een situatie waarbij de mens op meer gelijke voet met de natuur komt te staan. Wat je nu ziet gebeuren, is dat iedereen positief wil zijn. Maar de definitie van duurzaam is voor iedereen weer anders en dit geeft veel problemen.” Hoe weet je nu of het duurzame product dat je koopt niet teveel energie kost? Life Cycle Analysis (LCA) of Levenscyclusanalyse lijkt de oplossing hiervoor. Dat betekent dat je vanaf het begin tot het eind – van de wieg tot het graf – gaat kijken wat je aan het doen bent. Wat voor handelingen doe je en hoeveel CO2 uitstoot kost dat of neemt dat op? Het is dus een methode om de totale milieubelasting te bepalen van een product gedurende de hele levenscyclus, dat wil zeggen: winning van de benodigde grondstoffen, productie, transport, gebruik en afvalverwerking. Wat interessant is, is dat wij bij het fabriceren van de levende doodskist met een vrij passief proces te maken hebben. Dat betekent dat we weinig energie en warmte gebruiken. Dus als we ons organisme in de mal stoppen, dan groeit deze letterlijk (van)zelf. Daar doen we niets aan. Na zeven dagen heb je je eindproduct. In dat proces wordt ook nog eens CO2 opgenomen uit de omgeving, want dat is wat paddenstoelen en mycelium doen. Daaromheen heb je te maken met transport en zijn er nog heel veel dingen die je kunt verbeteren. Life Cycle Analysis is een manier hoe je dit kunt beoordelen. Wat veel te lang duurt, is de controle en de verplichting om als bedrijf de CO2 uitstoot op te geven. Daarin ligt voor de overheid een hele grote handhavingsrol. Want pas als aan de verplichting wordt voldaan, kunnen we zien wie de vervuilers zijn. De nieuwe generatie gaat niet snel voor vervuilers werken of bij ze kopen en dus zullen de bedrijven zich moeten aanpassen willen ze (voort)bestaansrecht hebben.”

Een levende lichtshow
Het straatbeeld in Nederland is over het algemeen wat triest. Reden: er wordt veel dood materiaal gebruikt. Bob: “We leven op het kerkhof van de natuur zou je kunnen zeggen. Op gemeentegrond worden bloemenvelden afgemaaid, omdat er een strakke lijn gehanteerd wordt.” Gelukkig heeft Bob betere ideeën en die beginnen in zijn rijke fantasie. Zo heeft hij een duidelijk droombeeld van een levende wereld: wanneer je op straat zou lopen, zie je niet alleen maar auto’s, maar een groene oase met bergen en watervallen. Met andere woorden: alle façades zijn groen en mensen wonen in levende huizen. Een beetje de wereld zoals we die kennen uit de film Avatar. Alles wat we kennen zal tot leven gaan komen en met elkaar in verbinding staan. Dat is de droomwereld waar Bob met de aarde heen zou willen. Een wereld waarin de mens in plaats van dominant onderdeel is van het ecosysteem. Bob wil bekijken of hij in de lijn van de levende doodskist met zijn team ook een levend huis kan creëren. Als het aan hem ligt, behoort dit in de zeer nabije toekomst tot de mogelijkheden. Daarnaast wil hij onderzoeken of een lichtgevende boom in ons straatbeeld opgenomen kan worden. Bob: “In de natuur heb je bioluminescentie, zoals bij algen die licht geven in het donker. Veroorzakers zijn bepaalde bacteriën. Die bacteriën zouden we in andere organismen kunnen implementeren, waardoor deze dezelfde eigenschappen krijgen. Dat zijn technieken die gewoon bestaan, maar er is nog veel onderzoek nodig.”

Uit het hoofd, in het lichaam
Tijdens een tiendaagse Vipassana-meditatie heeft Bob ervaren hoe je één kunt worden met je omgeving. Daar besefte hij dat we heel veel zintuigen hebben die verder kunnen reiken dan het lichaam. Dat vond hij erg interessant om te ervaren. Bob: “De energie die in mijn lichaam zit, zit soms in andere dingen. Nu zit die energie tijdelijk in Bob. Tegelijkertijd moet je het leven niet al te serieus nemen. Elke dag mag ik weer spelen als een kind in een volwassen lichaam, die weer fijn zijn energie en fascinatie mag volgen.” Tekeningen maken, in het water zijn en naar buiten gaan om dingen te onderzoeken, geeft Bob verlichting, rust en energie. Bob: “Ik ben altijd bezig met hoe ik al mijn ideeën kan realiseren. Maar de realiteit is dat ik ook geld moet verdienen en mezelf moet onderhouden om de huur te kunnen betalen. Balans hierin vind ik wel moeilijk, omdat ik zelf heel erg van rennen, gáán en ideeën ben. Maar ik moet ook iets opbouwen, ik kan niet alleen een spoor achterlaten. Focus en het verdragen dat ik niet alles kan doen, zijn belangrijk in mijn proces. Net zoals de balans tussen mijn ratio en gevoel. Niet teveel in het hoofd zitten, maar in het lichaam gaan.”
Tot slot geeft Bob ons lezers nog wat tips om onze relatie met de natuur gelijkwaardiger te maken: “Mensen kunnen heel praktisch vega worden. Daarnaast kun je zorgen dat er zoveel mogelijk bestrating op je eigen grond wordt omgezet in groen, waardoor je ervoor zorgt dat er voor meer organisme ruimte komt om zich te huisvesten. En op iets abstracter niveau zou het leuk zijn om jezelf meer te zien als organisme en wat meer te denken vanuit het perspectief van de natuur. En dat je als bedrijf gaat denken in termen van: hoe lost de natuur dit op? Wij mensen gaan dood, onze lichamen moeten terug naar de natuur en daar heeft de natuur een super goede oplossing voor met die paddenstoelen. Zo heeft een ijsbeer op de noordpool geen jas aan, en heeft de natuur daar een ‘technologie’ voor ontwikkeld waardoor ze warm kunnen blijven. Dat komt door een bepaald patroon in hun haren dat heel veel warmte vasthoudt. Het is geweldig interessant als we zo’n technologie ook voor onszelf zouden kunnen gebruiken, dat we onze haren op dezelfde manier knippen als de ijsberen en dat we geen jas meer nodig hebben. Daar wil ik mee zeggen dat we meer gaan denken vanuit de natuur en de natuur meer centraal gaan stellen als bron van kennis en innovatie.”
Iedereen die Bob en zijn team wil steunen en die gelooft in zijn missie kan een een aandeel kopen van zijn bedrijf.

Inspiratie: verweven leven
In het kader van dit artikel interessant, is het onlangs verschenen boek Verweven leven. De verborgen wereld van schimmels van Merlin Sheldrake (Atlas Contact, ISBN 9789045036144). Over het boek lezen we op het internet: ‘Met Sheldrake als gids maken we kennis met gist, psychedelica, schimmels die insecten binnendringen, het grootste organisme ter wereld en de complexe netwerken van het wood wide web. Hoe meer we te weten komen over schimmels en de rol die ze spelen in de natuur, des te meer wordt ons begrip over leven, het concept individualiteit en zelfs onze opvatting over intelligentie op zijn kop gezet.’ En uit het boek zelf: ‘Op moleculair niveau lijken schimmels en mensen genoeg op elkaar om te profiteren van veel van dezelfde biochemisch innovaties.’
